- uitglijden
- {{uitglijden}}{{/term}}1 [van zijn plaats glijden] slip (away) ⇒ slide2 [glijdend vallen] slip (and fall) ⇒ lose one's footing3 [figuurlijk] blunder ⇒ slip up♦voorbeelden:1 de ladder gleed uit • the ladder slipped (away)2 uitglijden over een bananenschil • slip on a banana peel
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.